Sinds 2023 laat het vennootschapsrecht toe dat twee zusterbedrijven – ondernemingen met dezelfde aandeelhouders – kunnen fuseren via een vereenvoudigde procedure, zonder revisorverslag en uitgebreide formaliteiten. Die stap betekende al een belangrijke administratieve vereenvoudiging, maar fiscaal bleven de regels achter.
Omdat de fiscale wetgeving niet werd aangepast, hing er bij zulke fusies nog steeds een belastingrisico aan vast. Bedrijven die hun structuur wilden vereenvoudigen, moeten tot nu toe een revisor inschakelen, terwijl de toegevoegde waarde van externe controle bij een zusterfusie met identieke aandeelhoudersstructuur, zeer beperkt is. Dat leidde tot onnodige kosten en administratieve drempels, vooral voor familiale kmo’s die zich flexibel wilden reorganiseren.