Fiscale neutraliteit voor vereenvoudigde zusterfusies

Sinds 2023 laat het vennootschapsrecht toe dat twee zusterbedrijven – ondernemingen met dezelfde aandeelhouders – kunnen fuseren via een vereenvoudigde procedure, zonder revisorverslag en uitgebreide formaliteiten. Die stap betekende al een belangrijke administratieve vereenvoudiging, maar fiscaal bleven de regels achter.

Omdat de fiscale wetgeving niet werd aangepast, hing er bij zulke fusies nog steeds een belastingrisico aan vast. Bedrijven die hun structuur wilden vereenvoudigen, moeten tot nu toe een revisor inschakelen, terwijl de toegevoegde waarde van externe controle bij een zusterfusie met identieke aandeelhoudersstructuur, zeer beperkt is. Dat leidde tot onnodige kosten en administratieve drempels, vooral voor familiale kmo’s die zich flexibel wilden reorganiseren.

Een broodnodige rechtzetting

Het aangenomen wetsvoorstel van Charlotte Verkeyn maakt nu definitief komaf met deze fiscale onzekerheid.
Voortaan kunnen ondernemingen die via een vereenvoudigde zusterfusie hun groepsstructuur willen stroomlijnen, dat doen zonder bijkomende belastingen. In de praktijk betekent dat een besparing van minstens 5.000 euro, en in sommige gevallen zelfs tot 20.000 euro als er onroerend goed betrokken is.

Deze hervorming is niet alleen goed nieuws voor ondernemingen, maar ook voor de brede economie. Minder geld naar papierwerk betekent meer middelen om te investeren, te groeien en jobs te behouden. In een tijd van hoge loonkosten, dure energie en stijgende administratieve lasten biedt dit voorstel concrete ademruimte voor ondernemers.

“Bedrijven die enkel hun structuur willen vereenvoudigen, mogen daar niet voor gestraft worden,” zegt Charlotte Verkeyn. “Met deze hervorming geven we ondernemingen de ruimte om zich efficiënter te organiseren en blijven middelen waar ze horen: in de economie.”

Ook oplossing voor vzw’s en stichtingen

De hervorming breidt de fiscale neutraliteit bovendien uit naar vzw’s en stichtingen die aan de vennootschapsbelasting onderworpen zijn. Tot nu toe kon een fusie of splitsing bij zulke reorganisaties leiden tot dubbele belasting, waardoor reorganisaties in de praktijk uitbleven.

Die dubbele belasting wordt nu geschrapt. Zo kunnen ook non-profitorganisaties hun werking beter afstemmen, samenwerkingsverbanden aangaan en schaalvoordelen realiseren zonder fiscaal nadeel. Dat versterkt de efficiëntie, samenwerking en continuïteit binnen de sector.

Technische modernisering van de fiscale wetgeving

Naast de regeling voor zusterfusies en vzw’s bevat het wetsvoorstel ook een reeks technische correcties en moderniseringen.

Zo worden het begrip ‘bedrijfstak’ afgestemd tussen het Wetboek van de Inkomstenbelastingen, het Wetboek van de Registratierechten en het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen. Bovendien worden enkele vergeten aanpassingen sinds 1994 eindelijk doorgevoerd.

Het resultaat is een moderner en coherenter fiscaal kader dat beter aansluit bij de realiteit van ondernemerschap vandaag. Fiscale regels worden zo opnieuw duidelijk, praktisch en werkbaar voor wie ze elke dag moet toepassen.

Rechtszekerheid voor ondernemers

Met deze hervorming wordt de fiscale rechtszekerheid voor ondernemingen versterkt en verdwijnen onnodige administratieve lasten. Bedrijven en organisaties krijgen meer ruimte om hun structuur aan te passen aan de economische realiteit, zonder fiscaal risico.

“We tonen dat vereenvoudiging wél kan, als er politieke wil is,”  besluit Verkeyn. “Ondernemers willen geen gunsten, ze willen duidelijkheid en fiscale rechtszekerheid. Met dit voorstel krijgen ze precies dat: meer rechtszekerheid, minder rompslomp en een sterker ondernemersklimaat.”