Verlaging van 6% blijft cruciaal

Toen het verlaagde btw-tarief van 6% voor afbraak en heropbouw dreigde te verdwijnen, kwam mevrouw Charlotte Verkeyn meteen in actie. “Als nieuw parlementslid kreeg ik snel signalen dat veel mensen – zowel particulieren als ondernemers – door vertragingen in de problemen dreigden te komen. We hebben die verlenging toen per wet moeten regelen, wat meer voeten in de aarde had dan velen beseffen. Maar het is gelukt, en daar ben ik fier op.” Over een mogelijke verlaging van het btw-tarief voor duurzame nieuwbouw blijft ze voorzichtig optimistisch. “Er leeft goodwill om dat soort projecten fiscaal aan te moedigen, maar het is juridisch en technisch moeilijk binnen de Europese btw-richtlijn. Toch moeten we blijven zoeken naar stimulerende maatregelen, zeker als het over duurzame woningen gaat.”

Administratieve druk en het belang van eenvoud

Mevrouw Verkeyn erkent dat fiscale maatregelen belangrijk blijven – zo verwijst ze naar de ondernemingsaftrek en de geplande verlaging van bepaalde kosten – maar legt tegelijk de nadruk op iets anders: de administratieve overlast. “Men denkt vaak aan financiële steunmaatregelen, maar ondernemers verliezen ook ontzettend veel tijd én geld aan administratie. Dat leeft enorm.” Volgens haar is het een probleem dat niet alleen de bouwsector treft. “Het staat in verschillende beleidsnota’s. Er is eindelijk bewustzijn over hoe zwaar die druk weegt, maar we moeten het nu ook echt aanpakken. Als voormalig zelfstandige herken ik die frustraties. En ook als lokaal bestuurder bots ik erop.”

De bouw verdient eenvoud,
duidelijkheid en daadkracht

Vergunningen: complexiteit en vertraging

Een van de grootste frustraties voor aannemers blijft het vergunningenbeleid. Mevrouw Verkeyn bevestigt dat ook steden en gemeenten hiermee worstelen. “Soms willen wij als stad echt vooruit, maar dan botsen we op bezwaren of juridische procedures. En dat gaat niet enkel over grote projecten: ook kleinschalige initiatieven van buurtbewoners zelf stuiten op tegenstand van anderen uit dezelfde wijk. Dat vertraagt alles.” Volgens haar is er nood aan duidelijkere regels rond wie bezwaar mag aantekenen. “Een afbakening van ‘aanmerkelijk belang’ zou al helpen. Maar telkens we een probleem willen oplossen, voegen we weer een regel toe. Dat maakt het systeem nog zwaarder. Er is echt nood aan vereenvoudiging, niet alleen nieuwe procedures.” Ze pleit voor een meer pragmatische aanpak: “We moeten durven kijken wat we kunnen schrappen. Want op termijn ziet niemand nog het bos door de bomen. Zelfs mensen die in orde willen zijn, raken verstrikt in de regelgeving.”

Charlotte Verkeyn Thermae Palace

Een pragmatische aanpak op lokaal niveau

In Oostende probeert men die pragmatiek ook effectief toe te passen, bijvoorbeeld op het vlak van betaalbaar wonen. “We willen mensen helpen hun woning in orde te krijgen, zonder meteen met boetes te zwaaien. Met een woon- en energieloket helpen we eigenaars om hun woning in orde te brengen. De bedoeling is om mensen ademruimte te geven, niet ze te blokkeren.” Daarnaast onderzoekt de stad maatregelen zoals opkoopbescherming om speculatie tegen te gaan, en kijkt men naar creatieve woonvormen, zoals cohousing of intergenerationeel wonen. “Daar botsen we soms op Vlaamse of federale regelgeving die eigenlijk niet is afgestemd op nieuwe woonnoden. Het is aan ons om die signalen door te geven.” Ook in gesprek met bedrijven probeert Oostende constructief mee te denken. “Ruimte is schaars. We stimuleren ondernemingen om ook in de hoogte te denken en zoeken samen naar oplossingen. We willen geen ‘neen-stad’ zijn.”

Focus op infrastructuur en fiscale coherentie

Naast haar parlementair werk aan een wetsvoorstel over fiscaal neutrale reorganisaties, focust mevrouw Verkeyn zich lokaal op het vastgoedpatrimonium van de stad. “Oostende telt 216 overheidsgebouwen, waarvan veel in slechte staat verkeren. Het gaat om iconen zoals het Thermae Palace, het stadhuis of het Leopoldcomplex. De problemen zijn jaren vooruitgeschoven. Nu is het vijf na twaalf.” Volgens haar moet de stad durven investeren, ondanks de krappe budgetten. “Publieke infrastructuur is misschien minder zichtbaar, maar fundamenteel voor de leefbaarheid van een stad. Als we daar nu niets aan doen, lopen we tegen de muur.”

“Als je weet wat de problemen zijn, moet je er ook iets mee doen”

Mevrouw Charlotte Verkeyn kijkt met een realistische blik naar de uitdagingen in de bouwsector. Of het nu gaat over vergunningen, fiscaliteit of betaalbaarheid: de rode draad doorheen haar verhaal is de roep om vereenvoudiging en samenwerking. Maar ze blijft hoopvol: “We zijn ons bewust van de problemen, dat is stap één. Maar bewustzijn alleen volstaat niet. Als we weten wat er fout loopt, moeten we ook bereid zijn om te handelen – met gezond verstand, en in dialoog met wie op het terrein staat.”